Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Over hoe je het vuur brandend houdt (al is lauw ook best lekker)

Deel:

In de grote Schotse boerderij is Jeannette druk met het brandend houden van de haardkachels. Ze mijmert over haar eigen vurigheid en ontdekt dat ze wat lauw is de laatste tijd…

Wat een werk. Bij gebrek aan centrale verwarming zijn er twee arbeidsintensieve haardkachels die de oude boerderij verwarmen. ‘s Avonds gaat er een indrukwekkende berg moeizaam gekloofd hout op het vuur. Desondanks lijkt het vuur ’s ochtends uit te zijn. Maar het is verrassend wat een beetje zuurstof, nieuw hout en geduld teweegbrengt. Binnen no time laaien de smeulende, overgebleven resten op.

Vuur heeft vele nuttige vormen. Laaiend vuur blijven voeden is lastig, smeulend vuur is heet en het meest effectief om een boerderij mee te verwarmen. Vrijwel geheel uitgedoofd vuur nieuw leven inblazen kan wel een flinke uitdaging zijn. Mijn ochtendlijke pogingen resulteren in een dikke aslaag op de ingezakte banken met Engels bloemmotief met daarop steevast de slapende, hoogbejaarde border collie die van een laagje stof meer of minder niet warm of koud wordt.

Blauw van de rook

De grootste haard staat vrijwel direct onderaan de trap. Dezelfde trap waar bovenaan mijn bescheiden kamer, inclusief deur met daaronder een fikse kier, grenst. Het staat er regelmatig blauw van de rook en dat terwijl het raam niet open kan. Ik sus mijn bedenkingen bij de hoeveelheid fijnstof en het gebrek aan zuurstof in mijn kamer met het idee dat middeleeuwse mensen toch ook konden leven. Al werden ze niet bijzonder oud, voornamelijk door longfalen…

Hmmm, maar niet te veel over nadenken. Tenslotte verlang ik thuis vaak naar de gezelligheid van een openhaard en kan ik bijvoorbeeld ook erg enthousiast worden van een knus kampvuur.

Genuanceerder dan je denkt

Vuur en enthousiasme, eigenlijk mis ik het allebei weleens in mijn geloofsleven. In plaats van in vuur en vlam staan voor Jezus voel ik me eerder wat uitgedoofd. Ietwat lauw, en rommel ik vaak maar wat aan. Ik ben er niet blij mee, want het is best lekker om zwart of wit, heet of koud te zijn.

De tussenweg valt niet mee en lijkt vaak zelfs ondenkbaar binnen religies. Maar lauw – stiekem knap ik er toch ook een beetje van op om een wat gematigd standpunt in te nemen in heikele kwesties – want zijn zaken niet altijd genuanceerder dan je denkt, weet of kunt bevatten?

Als christen ben ik vurig tegen haat, onrecht en vernedering. Ook ben ik tegen roekeloosheid in de manier waarop mensen met de schepping omgaan. Maar dat neem ik het ze niet persoonlijk kwalijk. Ik zie jou, ik zie mij, ik zie Jezus – en zou vervolgens niet weten hoe ik met een rein geweten iemand anders mijn interpretatie van de wet kan voorschrijven. Of iemand zou kunnen en willen veroordelen.

Een beetje lauw is best lekker

De Bijbel waarschuwt tegen lauwheid. Maakt het gebrek aan standpunten, die al dan niet gebaseerd zijn op verschillend interpreteerbare bijbelteksten, me een lauwe christen? Tja, misschien. Maar al de energie die vrijkomt – wanneer je stopt met vasthouden aan je eigen ideeën – kun je vervolgens inzetten voor de ander. Wie dat dan ook mag wezen. Hetero, homo, atheïst, christen.

Een beetje lauw is best lekker, zolang er nog smeulende kolen zijn is alles nog te bereiken met wat zuurstof en brandstof en houd je het op de lange termijn beter vol. Doe mij maar meer van dat soort vuurtjes.


Jeannette Hendrikse schrijft de komende weken voor Lazarus een zomerserie over haar verblijf in Schotland. Ze ontdekt in de elementen: water, aarde, vuur en lucht nieuwe dingen over het leven en God.

Geschreven door

Jeannette Helms

--:--