Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Sorry voor al het onrecht dat de LGBTQ’ers wordt aangedaan in de naam van mijn geloof

Deel:

Alex Camire groeide op in een kerk die leerde dat homoseksualiteit verkeerd was en dat je het kon ‘wegbidden’. Maar hij kan nu niet anders dan concluderen dat die opvattingen achterhaald en schadelijk zijn. 

Ik had een vriend op de middelbare school. Hij was de beste vriend die ik had. Hij was geen lid van onze kerk en behalve hem had ik niet zoveel vrienden buiten de kerk.
Na de middelbare school hielden we contact, en af en toe spraken we af om bij te praten. Een jaar of twee na ons eindexamen wilde hij met me afspreken – er was iets wat hij me wilde vertellen. We gingen ergens koffiedrinken en toen kwam hij uit de kast. Hij vertelde dat hij homo was. Ik stond onderaan z’n lijstje van mensen aan wie hij het persoonlijk wilde vertellen.

Ik ben opgegroeid in een conservatieve, christelijke cultuur die sterk gekant was tegen homoseksualiteit. Dat is moeilijk om te zeggen zonder een beeld op te roepen van een stel bozige demonstranten die borden omhooghouden met kreten als ‘God haat [homo’s]’.
Zulke vijandige fanatiekelingen waren we niet; we hadden gewoon een bepaalde overtuiging zoals de meeste christenen hebben als het gaat over dit onderwerp. Mijn vriend wist dat ik hoorde bij de conservatieve, christelijke stam, daarom had hij mij tot het laatst bewaard. Hoe close we ook waren, hij was zich ervan bewust dat dit z’n weerslag zou hebben op onze vriendschap.

Ik gaf alle standaard antwoorden

Hoe vriendelijk kun je zijn tegen iemand terwijl je er vurig van overtuigd bent dat zijn gerichtheid een zonde is? Dat was hoe ik was, in mijn herinnering. Ik was niet verontwaardigd of scherp, ik legde zelfs uit dat ik niet zo’n soort christen was die ooit met zo’n bord zou staan zwaaien waarop stond dat God hem haatte (alsof ik daardoor beter zou overkomen). Toen hij me vroeg wat ik ervan vond dat hij homo was, gaf ik alle standaard argumenten die er zijn. Ondertussen probeerde ik zo vriendelijk en respectvol mogelijk te zijn.

Op een gegeven moment zei ik dat ik geloofde dat als hij zou bidden en God er vurig om zou vragen, dat dan die gevoelens van aantrekkingskracht die hij voelde voor iemand van hetzelfde geslacht zouden kunnen verdwijnen.

Toen ik begon over bidden, zei hij iets wat ik niet had verwacht. Mijn vriend zei dat hij had gebeden. Hij zei dat hij al jaren had gebeden en dat zijn gevoelens, waarvan hij zich al bewust was sinds zijn puberteit, nog steeds niet weg waren.

Bidden werkt niet

Veel christelijke gemeenschappen die geloven dat homoseksualiteit een zonde is, geloven ook dat je homoseksualiteit gewoon kun wegbidden. In het Engels rijmt dat mooi (pray the gay away) – het is een slimme uitdrukking, maar schromelijk verkeerd uitgelegd, want – en dit is iets wat iedereen moet weten – het werkt niet.

Nadat mijn vriend uit de kast kwam, hoorde ik de ene na de andere getuigenis van mensen uit de homo-gemeenschap. Zij hadden gebeden dat hun gevoelens voor mensen van hetzelfde geslacht mochten worden weggenomen – maar dat gebeurde niet. Als God deze gevoelens afkeurt, dan zou Hij toch zeker deze gebeden wel verhoren? Hij zou dan toch zeker wel ingrijpen? Dit zijn de vragen die ik me in de afgelopen jaren ben gaan stellen.

Als je niet verandert, ligt dat aan jou

Conservatieven hebben hun antwoord al klaar op dit soort kwesties, en dat is heel simpel. Als iemand heeft gebeden tot God en zijn gevoelens zijn niet minder geworden of verdwenen, dan wil hij vast niet echt dat die gevoelens weggaan. Klinkt logisch, toch? Hiermee wordt Gods verplichting doeltreffend afgezwakt en zo wordt de onmogelijkheid om je gerichtheid te veranderen gecategoriseerd als een persoonlijke mislukking. Dus niet alleen ben je nog steeds homo, maar het is dan ook de eigen keuze van iemand (openlijk of heimelijk), en dus je eigen schuld, want je wilt eigenlijk niet veranderen.

Deze opvatting past helemaal in het ‘het is een keuze’-narratief. Het is ook een belangrijk onderdeel van de gedachte dat iemand ‘z’n homoseksualiteit kan wegbidden’. Homoseksualiteit is een zonde, dus God zou het nooit goedkeuren.
Mensen die homo zijn, zijn zondaren, tenzij ze hun gerichtheid onderdrukken of veranderen. Als ze niet kunnen veranderen, ondanks vurige gebeden, dan kan het Gods schuld niet zijn. Hij is immers tegen homoseksualiteit, dus Hij zou zo’n gebed verhoren, tenzij het gebed niet oprecht was. Wie dus na gebed om verandering nog steeds beweert homo te zijn, kan niet oprecht gebeden hebben.

Ik maak geen deel meer uit van dat gesprek

Ik heb het gevoel alsof het niet nodig zou moeten zijn om uit te leggen waarom dit rondtollende argument schadelijk is, en toch duurde het even voor ik tot die conclusie kwam. Homoseksualiteit was altijd iets vreselijks, waarover we alleen maar negatief spraken. We praatten erover in termen van een gruwelijke daad van perversie.
We spraken van een agenda om het evangelie, dat toch
duidelijk tegen dit soort gedrag was, af te zwakken. We hadden het over liberale politiek en de Democratische partij, die allebei slecht en amoreel waren, omdat ze sympathiseerden met de LGBTQ-gemeenschap en hun rechten en vrijheden openlijk bekrachtigden.

Ik ken christenen die nog steeds praten over de LGBTQ-gemeenschap als een perversie en onderdeel van een verraderlijke, liberale agenda, maar ik maak niet langer deel uit van dat gesprek. Het idee dat homoseksualiteit een zonde is, of zelfs een zenuwziekte, is achterhaald. Hoewel de Bijbel spreekt van bezwaar tegen seksuele activiteit tussen mannen, spreekt het op dezelfde manier over bezwaren tegen het nuttigen van schelpdieren en tegen het dragen van kleding geweven uit twee soorten garen.
Paulus’ uitspraken over het onderwerp zijn meer een verwijzing naar pederastie en prostitutie, dan naar homoseksualiteit. En begin maar helemaal niet over Sodom en Gomorra. Op de een of andere manier zou het belangrijkste in dat verhaal moeten zijn dat homoseksualiteit verkeerd is, maar dat het geen enkel probleem is dat Lot z’n dochters opoffert en aanbiedt ter verkrachting, dezelfde dochters die later Lot incestueus verkrachten… maar ik dwaal af.

Ik had het mis

Ik heb het grootste deel van mijn leven geleefd in de veronderstelling dat het een zonde is om homo te zijn, maar ik had het mis. Het onrecht dat de LGBTQ-gemeenschap wordt aangedaan in de naam van mijn geloof is ongerechtvaardigd en tegenstrijdig aan het werk van Christus, de Ene die ik zeg te volgen. Vooral onder LGBTQ-jongeren doen zich onevenredig veel vaker zelfmoord, dakloosheid, psychische stoornissen en verslavingen voor.

Christenen zouden gericht moeten zijn op het oplossen van die problemen. In plaats daarvan maken christenen de problemen vaak erger door hun aanhoudende veroordeling van de zonde op een manier die ons ontslaat van onze plicht om de problemen op te lossen die we mede hebben veroorzaakt. We zien helaas de gevolgen van de zonden van vooroordelen, discriminatie en afkeer.

Ik wil niet langer medeplichtig zijn aan het voortbestaan van de pijn en het leed. Ik zal niet blijven zwijgen, daarmee gedogen dat mensen mijn geloof blijven associëren met homofobe leerstellingen. Dus tegen mijn LGBTQ-vrienden en familie zeg ik: ik hou van je, en ik bevestig je, als ik je ooit enig kwaad berokken door mijn woorden of daden, dan spijt me dat oprecht. Aan degenen die ik niet ken: je bestaan is geen zonde. Je liefde is geen zonde. Je bent zoals God jou heeft gemaakt, en Hij houdt van je met een eeuwigdurende liefde.

Vrede, genade en liefde voor jullie allen.

Dit blog verscheen eerder op Patheos.com

--:--