Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Alle gezagsdragers door God ingesteld? En dictators dan?

Een dictator of gewelddadige onderdrukker is dat ook 'een gezagsdrager die door God is ingesteld'? Rob Bell krijgt over de bijbeltekst uit Romeinen 13 een vraag van een lezer...

Deel:

In Romeinen 13 staat dat alle gezagsdragers door God zijn ingesteld en dat het hun taak is om Gods straf uit te voeren. Dit belooft weinig goeds voor God in landen met dictators en vreselijke onderdrukkers. Rob, kun jij hier je mening over geven?

Goede vraag, bedankt Wordsarewind1 (je hebt vast diepere bedoelingen met je gebruikersnaam, neem ik aan). We beginnen met de formulering van je vraag, dat stukje waar je zegt ‘In Romeinen 13 staat’. Er is niet echt sprake van een ‘er staat’, omdat dit een brief is, van een man, Paulus genaamd, geadresseerd aan zijn vrienden in Rome. Het is belangrijk, wanneer we een brief als deze lezen, om te realiseren en te benadrukken dat we meekijken in persoonlijke correspondentie. Hier is sprake van een context, geschiedenis, een relatie.

Rome, het centrum van het Romeinse Rijk

We zijn dan ook al een eind op weg in de brief als we op ‘jouw punt’ aankomen. We zijn al een paar alinea’s op weg in het gedeelte dat begint in hoofdstuk 12. Paulus begint daar een enorme, theologische gedachtegang toe te passen op het leven van alledag van zijn Romeinse vrienden. Rome was toen het centrum van het Romeinse Rijk, de grootste militaire supermacht die de wereld tot dan toe heeft gekend. Het is dus niet zo verwonderlijk dat hij het heeft over God en de overheid.

Dat gezegd hebbend, waar is Paulus hier dan op uit?

Het zijn mijn spruitjes

Stel je voor, het is middernacht, je bent in een diepe slaap verzonken en plotseling schrik je wakker door een geluid van beneden. Je ligt daar, je hart bonst in je keel, terwijl je beseft dat het lawaai echt is en dat het echt in jouw huis klinkt. Dan klim je uit bed, gaat naar beneden, en ontdekt halverwege de trap dat het licht in de keuken brandt. Steekt je hoofd om de deur en je ziet daar een kerel zitten aan jouw eettafel, die de restjes spruitjes zit op te eten die jij de vorige avond had bereid voor het avondeten, zo heerlijk gebakken in kokosolie waaraan je pancetta en knoflook en Himalayazout had toegevoegd…

Plotseling kijkt hij op van zijn bord en ziet jou daar staan.
Je staat daar als bevroren. Je staart elkaar aan. Niemand maakt een beweging.

Dan zeg je: ‘Hey, dat zijn mijn spruitjes.’
Hij zegt: ‘Ze smaken geweldig. Hoe krijg je ze zo knapperig, zonder dat ze aanbranden?’
Je antwoordt: ‘Het draait allemaal om de juiste temperatuur, je begint op hoog vuur — ik gebruik eigenlijk een grillplaat die ik op het vuur kan zetten — maar daarna draai ik het vuur omlaag…’

Nee dus, dat doe je niet!
Zoiets zeg je niet. Je gaat geen gesprek aan over spruitjes met die man, want je grijpt de dichtstbijzijnde honkbalknuppel en je belt 112, nog voor je zelfs maar bij de keuken in de buurt bent.

Waarom doe je dat? Waar heb je nou zo’n moeite mee? Waar maak je je zo druk over?

De overheid: een systeem om wetten te handhaven

Het is bij wet verboden om in te breken in iemands huis, en om hun eten op te eten. Dus je belt 112. Waarom? Omdat we een systeem hebben om wetten zoals deze te handhaven. Zodat je ’s nachts rustig kunt gaan slapen én de volgende dag nog kunt nagenieten van de overgebleven spruitjes.

We staan hier even wat langer stil bij de toon. Als de je Bijbel bestudeert, dan lees je het niet alleen voor de inhoud en de context, je leest het ook voor de toon. Houding. Gevoel. Veel mensen lezen dit tekstgedeelte als een duidelijke uiteenzetting van Paulus’ vertrouwen en steun voor de overheid. En dus, omdat Paulus zegt ‘er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld‘ luidt het argument dat je moet doen wat de overheid zegt.

Maar niet iedereen leest deze passage op die manier. Sommigen lezen erin dat Paulus met tegenzin een concessie doet. Minder lof, en meer schoorvoetend toegeven dat het zwaard van het keizerrijk toch wel enig orde schept. Een boek dat dit perspectief heel inzichtelijk maakt, is het boek Colossians Remixed van Brian Walsh en Sylvia Keesmaat.

Centraal thema in brief

Laten we even teruggaan, want nogmaals, we lezen een brief. En vóór dit gedeelte vertelt Paulus z’n vrienden in Rome dat ze geen wraak moeten nemen als iemand hen iets misdaan heeft. Hij vertelt hen dat ze hun vijanden moeten liefhebben en laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. Wat betekent dat voor de manier waarop we hoofdstuk 13 lezen? Het lijkt alsof hij één thema door het hele stuk weeft: Er is een betere manier om dit leven te leven.

Het is onze opdracht om deze betere manier te laten zien aan de wereld. Laat je dus niet afleiden. Doe geen dingen die je nodeloos afleiden of je verhinderen om deel uit te maken van deze nieuwe wijze. Vertrouw op God, heb je naaste lief, laat het over aan God en de overheid dat het recht z’n beloop krijgt en neem zelf geen wraak.

“Erken dat dit massieve, bij tijden corrupte, en altijd gebrekkige systeem op een bepaald niveau eraan bijdraagt dat verwoesting en chaos worden tegengehouden, en wees daar dan dankbaar voor.”

In sommige opzichten stelt hij hen een vraag: Waarom zou je het extra moeilijk maken voor jezelf? Als je in gewetensnood komt door je te onderwerpen aan de wet, doe dan wat je moet doen. Maar pak dat dan wel handig aan. Erken dat dit massieve, bij tijden corrupte, en altijd gebrekkige systeem op een bepaald niveau eraan bijdraagt dat verwoesting en chaos worden tegengehouden, en wees daar dan dankbaar voor.

Op een zeer basaal niveau moet de overheid gerechtigheid handhaven, toezien op de naleving van wetten en mensen straffen die de wet overtreden, en als ze dat niet doet, dan is ze rekenschap verschuldigd aan God.

Een systeem wegzetten

Dit is trouwens, de reden waarom de Verenigde Staten in zo’n eindeloze, onhandige dans verwikkeld zijn met wrede dictators die duizenden kilometers verderop zitten. Sommige mensen zeggen dat ze uit de macht gezet moeten worden, maar dan wijzen anderen op dat ze alleen maar vervangen zullen worden door nog meer onderdrukking en chaos. Ze wijzen er terecht op dat een onderdrukkende dictator uiteindelijk een optie is die te prefereren is boven een machtsvacuüm.

Een slechte overheid is, met andere woorden, beter dan geen overheid. Ik weet nog dat ik tijdens mijn studie een keer met een meisje sprak dat zei: ‘De politie is zo stom, ze zouden ze allemaal uit de weg moeten ruimen!’. Echt? Allemaal? Je gelooft echt dat we dan beter af zouden zijn?

“Een slechte overheid is, met andere woorden, beter dan geen overheid.”

Om nog even terug te komen op de oorspronkelijke vraag, ik denk niet dat dit gaat over dingen die weinig goeds beloven voor God. Ik denk dat het erom gaat het goede te zien in een systeem dat je zo gemakkelijk wegzet als inefficiënt en ineffectief.

Geschreven door

Rob Bell

--:--