Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Maar wat doe je dan?

Deel:

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Wat doe je dan? – PopUpGedachte donderdag 26 april 2018

Er drijven schapenwolkjes aan de hemel. Van die watten die dan lichtgevend oranjegekleurd zijn aan één kant en donkergrijs aan de andere. Ze vormen een soort bol over ons heen, over dit stukje aarde. Daartussendoor scheren zwarte silhouetten van vogels. Ze kwetteren, krijsen en tureluren. De dag is begonnen. Nog eentje. Dan neem ik even pauze. Best nog kans dat ik de komende week vroeg op sta, maar ik maak eventjes geen teksten. Vakantie van de PopUpGedachtes hoeven nooit per se. Als ik morgen weer zou zitten, zou er weer een nieuwe tekst zijn. En zou er altijd weer een nieuwe verbinding ontstaan met vandaag de dag. En toch is goed. Even realiseren dat het niet hoeft. Zodat het daarna ook weer mag. En het vrolijk en ontspannen blijft en soms: weer ontspannen wordt.

Het is een feestje om steeds weer iets af te leveren. Om stil te staan en dit moment voor mezelf te hebben. Ik ben dankbaar dat je luistert of leest. Soms schrik ik als iemand naar deze Popupgedachte verwijst als ‘het stuk dat vanochtend verscheen’ of ‘het artikel’. Mijn hemel, denk ik dan. Het was een momentopname, een losse gedachte. En toch blijken associaties soms net zoveel gewicht te kunnen hebben als doorwrochte stukken. Niet omdat ze zo goed zijn, maar omdat ze verbinding leggen bij de luisteraar of lezer met wat de luisteraar of lezer al dacht. Het is dan niet de schrijver die het werk doet, maar de ontvanger. Die maakt er iets solide van door het op de stapel te leggen bij de al eerder gemaakte overwegingen en samen is het dan overtuigend. Samenwerken op afstand is dat, zonder te overleggen. Het valt op zijn plek. Best mooi.

Vanochtend was Jezus de voeten van zijn leerlingen en mijn gedachten dwalen terug naar Tweede Paasdag dit jaar. We waren uitgenodigd in het Huis van Vrede in Almere. Vrienden van ons, gelovige moslims met een soortgelijke drive vanuit hun geloof als wij bij de PopUpKerk vanuit ons geloof, hadden ons uitgenodigd om daar Pasen te vieren omdat Mohammed ooit in zijn moskee christenen had uitgenodigd om bij hem in de moskee te bidden. Heb ik al eens verteld,  in één van de gedachtes. Toen we met PopUpMensen en die van het Huis van Vrede overlegden over de inhoud kwamen we eerst op Mozes ofwel Moshe. ‘De plaats waarop u staat is heilige grond’. Die teksten stonden in onze beider boeken. We nodigden iedereen uit om plaats te nemen op de grond, op kleden. Aan de muur hingen we teksten waarop stond: ‘Doe de schoenen van uw voeten want de plaats waarop u staat is heilige grond’. Zowel in het Arabisch, als in het Nederlands, als in het Hebreeuws. Vonden we mooi. Iedereen schoenen uit, teksten lezen, erover praten. Mooi en aardig. Tot ik me realiseerde dat de vraag óók moet zijn: als je dan met elkaar constateert dat de grond heilig is, wat ga je dan doen? Altijd mijn vraag. Beetje plat misschien, maar er moet ook iets gebeuren. We keken elkaar aan, wisten het even niet en ik zocht de lezing van die dag op. De lezingen zoals ik ze ook voor de PopUpGedachtes gebruik. En dat was Johannes 13, net als vanochtend. Jezus van Nazareth, die vlak voor zijn dood onomwonden stelt dat hij direct van de Eeuwige afkomstig is en daar ook weer heengaat en voordat de discipelen ooh en aah kunnen zeggen, zijn bovenkleed aflegt, een dienstschort omslaat en de voeten begint te wassen van zijn leerlingen.
Misschien hebben we hier en daar in onze bedrijfscultuur dat soort gedienstigheid al opgenomen, voor die tijd was het schokkend. Eigenlijk nu ook nog. Onze rector van de middelbare school was geliefd en gewaardeerd, onder andere omdat als hij door de aula liep van de school hij de propjes opraapte die hij tegenkwam. Dat was een verhaal. En zo simpel. Propjes rapen is nog niets vergeleken met de edele taak van voetenwassen en we besloten het dan maar te gaan doen. Iedereen had toch al de schoenen van zijn voeten gedaan. Bak water erbij, washandjes, beetje zeep eventueel, handdoeken. Saïd keek ons aan en zei: ‘Jullie zijn gek! Maar oké. We doen het. Oké.’ Hij wilde geen mietje zijn tenslotte. Samen met hem waste ik de voeten van de mannen en jongens, als ze wilden. Ze mochten ook hun handen aanbieden als ze het ongemakkelijk vonden. Je moet een beetje grenzen in de gaten houden. Twee vrouwen wasten de voeten van de vrouwen. Intense aangelegenheid kan ik je vertellen. Er werd gelachen en bedankt en soms een beetje gegeneerd maar vooral heel veel contact gemaakt. Dat voorbeeld van JC, daar hoef je niet zoveel bij te zeggen. Als je het doet, vertelt het zijn eigen verhaal wel. Wie je ook bent, wat je ook gelooft en hoopt.

Na de voetwassing zegt de rabbi tegen zijn leerlingen, nu met schone voetjes en een wat verward gemoed waarschijnlijk: ‘Voorwaar ik zeg u: ‘wie hem aanvaardt, die ik zal zenden, aanvaardt mij. En wie mij aanvaardt, aanvaardt hem, die mij gezonden heeft.’ Oftewel, met het aanvaarden van die voetwassing werden niet wij aanvaard, maar de man uit Nazareth zelf. En met hem, de aanwezigheid van iets eeuwigs, iets groters. Dat gebeurde daar op dat uitgerolde kleed in het huis van Vrede. Dat zoek ik in de ochtenden hier aan tafel. Iets aanvaarden wat groter en ouder is dan ik zelf kan bedenken. Opdat het de dag weer kleurt en richting geeft. Soms ben ik het halverwege de dag alweer vergeten, of bij de koffie al. Maar de oefening zal zijn vruchten wel afwerpen. Dus voorlopig ga ik daar maar mee door. Na een kleine vakantie dan. Dat wel. Tot dan!

Hier vind je drie tekstgedeeltes die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--