De feestdagen komen er weer aan, met familieverplichtingen… Maar bepaalt je familie ook wie je bent? Dit zegt de Amerikaanse schrijfster en Lutherse voorganger Nadia Bolz-Weber erover.
Hoe zou Pilatus’ identiteit veranderen in de context van zijn familie? Dat is natuurlijk een heel moderne en Amerikaanse vraag, maar ik zou zeggen dat het nog steeds een belangrijk punt is: dat identiteit voortkomt uit een gevoel van ergens thuis horen, ergens bijhoren.Want als we weten waar we thuishoren, weten we wie we zijn.
Dat is iets waar we vooral tijdens de feestdagen mee geconfronteerd worden. Misschien voel je je wel verplicht om de feestdagen door te brengen met je familie, maar voel je je er nooit echt thuis, omdat je familie niet zo van je houdt als je vrienden. Pijnlijk om je dat te realiseren.
Of misschien heb je je ouders te jong verloren en zwijg je als je vrienden klagen over hun moeder die een kettingrokende ‘Mevrouw Helderder’ is en over hun vader die te veel football kijkt terwijl jij er alles voor over zou hebben om nog een Thanksgiving met je ouders door te brengen, ondanks hun tekortkomingen.
De aanleiding voor mijn gedachten over belonging en identiteit is dat Jezus iets geks zegt tegen Pilatus. Hij zegt: ‘Ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ Dat zegt mij dat we op een andere manier bij God horen dan bij onze familie, onze kerk of sportschool.
Dus als we de feestdagen tegemoet gaan, onthoud dan dat onze gevoel van ‘horen bij’ niet simpelweg wordt bepaald door je afkomst, je economische status of je vriendengroep. Het wordt niet bepaald door de religiositeit, je ‘reinheid’ of schone geweten of je politieke keuze.
Jouw thuis vind je bij de stem van Diegene die jou maakte. Echt niets of niemand anders vertelt jou wie je bent, zelfs niet tijdens Thanksgiving.’
Idd. dan besef je hoe afhankelijk we zijn. Daar behoren we overigens niet alleen met de Feestdagen bewust van te zijn, maar altijd. We leven tegenwoordig in een soort van zelfredzaammaatschappij. De liefde onderling (het omkijken naar) is verder weg dan ooit. En een beetje toegeven (geldt voor ons allemaal) lijkt opeens een hele grote opgave. Het is somber en stil geworden in de samenleving, en dat geeft twijfel en zorgen. Ook in de Kerk is het niet altijd even prettig vertoeven. Ook onderling kunnen er wrijvingen zijn. Terwijl je toch ondanks de verschillen, het wel met elkaar moet kunnen vinden. Een ander zegt weer dat je niet iedereen te vriend kan houden. Aan de andere kant ben je ergens ook weer broertjes, zusjes, oftewel familie van elkaar. Want je kreeg altijd mee dat je ‘lief’ moet zijn voor je naaste. Er staat ook iets in de Bijbel van dat het zelf zo is dat je alles achter je moet laten… Dat alles bij elkaar kan dan nog wel eens wat verwarring geven van hoe of wat.
Daarbij krijg je ook genoeg signalen, waarbij je weet dat het niet de goede kant op gaat. Denk waar een Kerk voor gebruikt wordt, zoals een schaatsbaan ? Of een reclame die gaat over ‘Zalando’. Waarbij een Kerstversje wordt gezongen. Men weet niet (meer), waar dit Kerstversje echt over behoort te gaan.